
De grap bij dit soort dingen is, dat ze niet eens echt opvallen. Wat natuurlijk niet geldt (of eigenlijk wel, dus) voor de kinderuitspraken “Mag ik met zonder jas naar buiten?” of “Mag ik water met zonder bubbels?”
(Hoe kan dat eigenlijk, dat kinderen dit zeggen? Mijn theorie hierover is, dat het glas voor kinderen eerder halfvol is dan half leeg. Ze zijn daarom eerder geneigd om ‘met’ te zeggen, zelfs al hebben ze iets níet.)
Ik ben toch niet de enige die altijd met de ogen knippert bij het lezen van de uitdrukking ‘dat zal hem geen windeieren hebben gelegd’? Heeft iemand nu wél of geen geld verdiend?
En ik moest een paar jaar geleden toch echt even doordenken (ik schaam me er niet voor) bij de wervende slogan van de krant die zich ‘slijpsteen voor de geest’ noemt: ‘Wordt u graag gehinderd door enige kennis?’ Misschien maak ik wel geen deel uit van de NRC-doelgroep.
Wel geen? Is het nu wel, of is het nu geen? Het Vlaams heeft ook zoiets lastigs: de woordcombinatie ‘wel niet’, zoals in: ‘Het scheelde wel niet veel’. Geen haartje dus.