woensdag 17 december 2008

Harte(n)pijn

Het gemiddelde was 34 fouten. Het gemiddelde aantal fouten van de specialisten was 24. De beste van de Nederlandse prominenten was Bart Chabot met 27 fouten. Advocaat Luc Panis uit het Belgische Dilbeek won met 8 fouten. Gezien het feit dat ik mij totaal niet heb voorbereid (nee, echt niet!), vind ik dat ik het er dan niet al te slecht van heb afgebracht: 24 fouten. Bovendien heb ik vrijwel alleen fouten gemaakt met koppeltekens en hoofdletters – waar het hem bij dit dictee wel om te doen was, dat was duidelijk.
Ik heb het over de negentiende editie van het Groot Dictee der Nederlandse Taal, geschreven door de Vlaamse schrijfster Kristien Hemmerechts en voorgelezen door Philip Freriks en Martine Tanghe.
Een pittig dictee over een bedevaartstocht, en dan ook doorspekt met woorden uit het rooms-katholicisme. En met een snufje Vlaamse cultuur.
Meet je aan mij en speel ook het dictee! Durf je mij jouw resultaat te laten weten?

dinsdag 16 december 2008

Wie dit niet kan lezen is niet gek!

1,5 miljoen Nederlanders zijn laaggeletterd. Zij kunnen niet volwaardig deelnemen aan de samenleving omdat zij problemen hebben met lezen en schrijven. Analfabeten (ongeletterden) zijn mensen die helemaal niet kunnen lezen en schrijven. In Nederland betreft dit naar schatting 250.000 mensen. (Bron: Stichting Lezen en Schrijven).
Vandaag was ik aanwezig bij een les Nederlandse taal en cultuur aan een klein groepje analfabete vrouwen, die bovendien de Nederlandse taal niet spreken. Je kan dus wel spreken van een meervoudige handicap. Twee Turkse vrouwen (eentje heeft haar tweejarige zoontje Mohammed meegenomen), en een Servische. Deze laatste: van mijn leeftijd, man overleden, maar liefst vijf kinderen alleen op te voeden. Ga er maar aan staan... Deze vrouwen krijgen een jaar lang twee keer in de week les. Het doel is niet om ze op te leiden tot een bepaald taalniveau, maar om ze zelfredzaam te maken. Dat ze de dokter kunnen bellen. Een tafelgesprek op de school van hun kinderen kunnen voeren. Voor ons kleine dingen, maar voor hen al een berg om te beklimmen. Prijzenswaardig.
Dat geldt ook voor de vrijwilligster, voor wie dit een werk van zeer lange adem is. Drie stappen vooruit, twee stappen terug. Het gaat met handen en voeten. En met allerlei lesmaterialen: memoryspellen, plastic voorwerpen, zoals vruchten (vaak kinderspeelgoed), een wekker. En met veel geduld. Herhalen, herhalen, herhalen. Uit onderzoek is gebleken dat een woord in een vreemde taal blijft hangen wanneer het gemiddeld zeven keer wordt herhaald. Af en toe moet ze eens streng zijn: "Niet op het Turks terugvallen, ik versta je niet!”, “Mohammed, niet met de blokken gooien!”.
De les dan. Eerst algemene zaken oefenen: welke datum is het vandaag? En hoe laat is het? De klok, een ouderwetse wekker, wordt erbij gehaald. Hoe laat is het nu? Half drie. En nu? Tien voor drie. En zo het klokje rond. Waarom zeg je nu ‘tien over elf’ maar schrijf je 11.10? Net andersom, dus. En getallen dan! Waarom is het eenentwintig, en niet twintig-en-een? Daarna kwam het thema van die dag, gezondheid, aan de orde. Wat doe je met een tabletje? Breken, kauwen, doorslikken (met of zonder water). De vrijwilligster checkt of ze nog weten waarvoor ze het alarmnummer 112 moeten bellen. Nee, niet als je buikpijn hebt. Wel als je uit een boom valt. Tegen het eind van de les wordt het telefoonboek erbij gehaald. Heb je natuurlijk nog nooit opengeslagen, als je niet kunt lezen. Samen met de vrijwilligster zoeken de cursistes elk hun naam op. Hee, mijn naam komt vaker voor! En dit is familie van mij! Eentje is zelfs niet bij het telefoonboek weg te slaan.
Stapje voor stapje gaan ze vooruit. De Nobelprijs zullen ze nooit meer winnen. Maar wat is het veel waard om een beetje te kunnen meedraaien in deze maatschappij.

maandag 8 december 2008

Speculoospasta

Wij eten natuurlijk al maanden uit België geïmporteerde Lotus Speculoospasta. En we hoefden er niet over te speculeren wanneer het op de Nederlandse markt zou verschijnen: tegen Sinterklaas natuurlijk! En voilà!
Maar waarom nu 'speculoos' als het eigenlijk 'speculaas' is? Jarenlang heb ik erover gegniffeld, maar nu heb ik het eindelijk even opgezocht. Op de website van de 'taalbanken van de VRT (de publieke Vlaamse radio- en televisieomroep)' valt te lezen:
"Het algemeen Nederlandse woord is speculaas.
Volgens Van Dale is speculoos een weinig gebruikt Belgisch-Nederlands synoniem. In feite is het een term die om commerciële redenen gebruikt wordt.
Sommige Belgische fabrikanten noemen hun producten bewust speculoos om aan te geven dat er geen speculaas- of koekkruiden in zitten.
Speculaas is voor hen de typisch Nederlandse, pittige kruidenkoek en speculoos de typisch Belgische koek met kaneel en gebrande suiker."