vrijdag 26 maart 2010

De dekselse diabolo

Hebben jullie dat nu ook? Dat je met enige regelmaat twijfelt over waar in een woord de klemtoon moet liggen? (En hebben jullie ook die onbedwingbare neiging om het woord klemtoon als klemtóón uit te spreken?)
Die plant heet dus niet reséda, maar réseda, zo weet ik nu.

Eerder schreef ik over die vreemd liggende klemtonen in Nederlandse plaatsnamen (zie mijn blog Bommelding in Jabbeke), iets waar je vaak door buitenlanders met je neus op gedrukt wordt.
Nu weer iets anders: ik kreeg een mail van iemand (een Nederlander) die zich erover verbaasde dat veel straatnamen een klemtoon krijgen waar je die net niet verwacht: ‘Zo wordt de Boomlaan bijvoorbeeld de Boomláán. En in Gouda bestaat de Karnemelksloot. Niemand die dit echter uitspreekt als het woord kárnemelk gevolgd door het woord sloot. Iedereen in Gouda zegt karnemèlluksloot (en dan meestal in platter Gouds: kannemèlliksloot. Die eerste ‘n’ heeft een rare klank; geen n, geen r. Het zit er een beetje tussenin).’
Nou, inderdaad, zo heb je hier in de buurt ook de Beekláán, de Damláán en de Leywèg. Dit zijn de eerste die me te binnen schieten. Zou het alleen optreden bij korte straatnamen? En zou het te maken kunnen hebben met het feit dat er anders verwarring kan optreden met bijvoorbeeld de Beekstraat? Dat gaat echter alleen voor de Damlaan op; er zijn namelijk ook een Damstraat en een Damplein vlakbij. Maar een Beekstraat en een Leystraat of –laan zijn er niet.
En passant vroeg de mailer nog of er in België ook van die straatnaamklemtoonkwesties zijn. Het lijkt er wel op. Zo heb je in Antwerpen de Waalse Káái en de Vlaamse Káái. En is het niet ook niet de Keyserléi?
Ik zie dat hier heel wat te googelen valt en kom er dan ook op een later moment op terug.

Onlangs heb ik ook eindelijk eens opgezocht of het nu een diábolo is of een diabólo: het is het laatste.

zondag 14 maart 2010

Wéér weer!

De volgende keer dat je weer eens een nieuwsbrief leest, of een column in een tijdschrift of krant, moet je er eens op letten hoe vaak deze beginnen met een compleet oninteressant weerpraatje:

- 'Het lijkt wel of deze winter helemaal niet ophoudt! Al in december begon het te vriezen. In januari weer en in februari net zo. Het gaf hele mooie winterplaatjes voor de website en dit nummer.' (Nieuwsbrief BOS/Bewonersorganisatie  Spoorwijk)
- 'Het voorjaar hangt in de lucht, de zon laat zich af en toe zien en de vogels tsjilpen een eind weg. Met deze aankondiging van de lente is het, zoals vanouds, een drukke bedoening bij het LOV.' (Nieuwsbrief LOV/Leer- en Ontmoetingproject voor Vrouwen)
- 'De winter is definitief achter de rug en het voorjaar staat voor de deur. Velen slaken een zucht van verlichting. Die winter heeft nu toch wel lang genoeg geduurd.' (Nieuwsbrief Singleclub De Kring 40+ regio Rijnmond)
- 'Het is zover: na maanden van koude, sneeuw, regen en wind is de lente eindelijk weer in zicht! Pas vanaf 21 maart kunnen de bloemetjes officieel weer bloeien maar Bloem zou Bloem niet zijn indien de bloemetjes niet élke week kunnen buitengezet worden!' (Nieuwsbrief Jeugdhuis Bloem)

En het blijft niet beperkt tot nieuwsbrieven en sufferdjes, ook columnisten van de 'degelijke' bladen kunnen er wat van:

- 'Deze winter was er een in de categorie 'echte'. Zo'n winter van heel vroeger, maar anno 2010 uiterst actueel. Mooi, maar ook verraderlijk. Met als stille getuige een hele zielige voorkant van de auto.' (Ed Lodewijks in de Kampioen)
- 'Het was koud toen ik in Amsterdam aankwam; al scheen de zon op de grachten en langs de huizen aan de Leidsekade, en op de ingang van Hotel American.' (Bart Chabot in het AD)

Beste redacteur, columnist, blogger of andere schrijver, niet zijnde een weerman of -vrouw: hier krijg ik het heen en weer van. Als je weer eens achter je pc kruipt om een stukkie te schrijven, bedenk dan dat a) zo'n weerintro hier niets wezenlijks aan toevoegt, b) de lezer zelf ook wel weet wat voor weer het is en c) vele anderen hun stukkies met het weer beginnen, wat een gaapeffect bij de veellezer teweeg kan brengen.

zaterdag 6 maart 2010

Quiz: wat is een ornithorynque?

Vlamingen zijn gek op kennisquizzen. De Slimste Mens ter wereld, een televisiequiz, is echt een hype. De achtste reeks is onlangs afgelopen. Een Nederlandse versie van het programma, onder de titel De slimste, bestaat nog niet zo lang en trekt ook niet zo veel kijkers als de Vlaamse.
Het fenomeen zaalquizzen kent in Vlaanderen ook een lange historie. Er wordt in culturele centra, scholen e.d. gequizt dat het een lieve lust is. Er bestaat een circuit van quizzen, met een ranking, de Vlaamse Quiz Ranking of VQR. Deze is ontwikkeld door Steven De Ceuster, die tevens de mede-oprichter en directeur West-Europa is van de International Quizzing Association IQA. In Nederland is het quizzen in teamverband, in zalen en dan met name in cafés, duidelijk in opmars. De populariteit hiervan is groeiende. Zo is er Pubquiz Amsterdam, opgericht door 'quizmissen' Margôt Limburg en Saskia Aukema.
Thuis doen wij wel eens 'De vraag van vandaag' (naar analogie van de afsluiter van Man bijt Hond en van Sesamstraat).

Nu dan mijn vraag van vandaag, die je moet zien te beantwoorden zonder te googlen: wat is een 'ornithorynque'? Het is een Frans woord. Tip: -rynque komt uit het Grieks; het betekent 'bek'.

maandag 1 maart 2010

Appelblauwzeegroen en avondrood: mooi Vlaams

Speciaal voor de Vlamingen die denken dat ik met hun voeten speel als ik blogs schrijf over Vlaamse irritaal: hierbij dan een paar van mijn favoriete Vlaamse woorden en uitdrukkingen.

- Appelblauwzeegroen - onbestemde kleur / blauwgroen, turquoise
- Met tram 3 (4, 5 ...) mee zijn – 30 (40, 50 ...) geworden zijn
- Ik zit daar voor niets tussen – ik heb daar niets mee te maken
- Curieuzeneuzemosterdpot/curieuzeneus – nieuwsgierig iemand
- Met iemands voeten spelen  - iemand voor de gek houden
- Van zijn oren maken – zich boos maken / pochen, drukte maken
- Isomo – piepschuim (het Nederlandse woord piepschuim is eigenlijk wel enigszins belachelijk)
- De hoofdvogel afschieten – de hoofdprijs winnen

Een heel mooie uitdrukking, maar volgens mij niet heel algemeen bekend:
- Sinterklaas is koeken aan het bakken - als de zon ondergaat, avondrood

En dan deze:
- De jaren stillekes – lang vervlogen tijden/verouderd

Een geweldig leuke (Nederlandse) uitdrukking die hetzelfde betekent en die wijlen mijn vroegere leraar Duits vaak bezigde:
- Het jaar kruik
Ik gebruik 'm! Hij staat wel in Van Dale, maar Google geeft slechts een paar resultaten. Zou deze uitdrukking, door hem zo op mijn blog te plaatsen, over pakweg vijf jaar algemeen gebruikt worden? Een mooi experiment. Als jullie lezers deze uitdrukking nu eens massaal gaan overnemen, dan leeft mijn leraar Duits zo toch een klein beetje voort. Doen jullie mee?