dinsdag 22 december 2009

Stoemp met groentjes: Vlaamse-irritaaltop-20

Is het Vlaams alleen maar leuk, gezellig en lieflijk? Nee hoor! De komende twee blogs lees je mijn top-20 van meest irritante Vlaamse woorden.

20 proper zijn (dat proper ‘schoon’ -niet vies/vuil- betekent weten we wel, maar waarom hetzelfde woord gebruiken voor ‘zindelijk’?)
19 haartooi (ik begrijp dat deze studierichting inmiddels ‘haarzorg’ heet, maar altijd als ik dit woord las, moest ik denken aan indianen en totempalen)
18 koets (de koningin rijdt in een koets, een baby in een kinder- of wandelwagen)
17 stoemp (het lelijke woord ‘stamppot’ doet geen recht aan dit heerlijke gerecht, maar het woord ‘stoemp’ doet dat nog minder)
16 Hollander (voor eens en voor altijd: elke Hollander is een Nederlander, maar niet elke Nederlander is een Hollander)
15 sacoche (een op zich aardig woord voor handtas, mits niet uitgesproken als ‘sjakos’)
14 helegans (of hele kip?)
13 keineig (popi uitdrukking onder jongeren, die me echter kei-oubollig voorkomt)
12 smos of, nog erger, smoske (een raar woord voor ‘broodje gezond’) en smossen (knoeien)
11 groentjes (verkleinwoorden zijn zó al erg, laat staan als ze door een volwassen ober uitgesproken worden)

Binnenkort tellen we af van tien tot één!

donderdag 17 december 2009

Wat is in een naam?

Toeval of niet, maar opeens is er allemaal nieuws over namen:

Een Amerikaanse vrouw heeft haar negentiende kind gekregen, en alle kinderen hebben een naam die met een j begint (artikel op nu.nl).

Onlangs is de Nederlandse Familienamenbank van het Meertens Instituut gelanceerd. Fijn, onze familienaam komt minder dan vijf keer voor.

De Sociale Verzekeringsbank zal in januari bekend maken dat Emma en Daan de populairste babynamen van 2009 worden.
Lees ook de nieuwste Onze Taal-column Jeffrey is geen naam - dat is een diagnose.

Een van de reacties op genoemde column luidde: “Het is me ook al opgevallen dat ouders hun kinderen vaker een naam geven, die met dezelfde voorletter begint als hun eigen voornaam.” Welnu, ik heb de namen in onze eigen vrienden- en kennissenkring eens aan een onderzoekje onderworpen, maar heb geen bewijzen voor deze stelling gevonden.
Wat mij wél is opgevallen, is dat de letter y qua populariteit in de lift zit. Wat blijkt: van een tweeling hebben beide kindjes een naam die met een y begint; van een andere tweeling hebben de beide kinderen de letter y in hun voornaam; een kind heeft de letter y in voor- én achternaam; een broertje en een zusje hebben allebei een naam die begint met Ky, een jongetje heet niet Ivan maar Yvan, van een familie hebben ze allemaal een y als laatste letter van de voornaam (inclusief de hond) én een y in de achternaam.

Ik wil aanstaande ouders verder nog op een kwestie wijzen die in de discussies over naamgeving (zoals de initialenkwestie -W.C., B.H.- of de combinatie voornaam-achternaam -Fokje Modder-) altijd onderbelicht is geweest. Laat de laatste voornaam van je kind nóóit met de letter v beginnen als de achternaam niet met 'van' begint! Mijn tweede voorletter wordt namelijk steevast aangezien voor de afkorting van dit tussenvoegsel. Het heeft me al heel wat tijd gekost om dit her en der weer recht te zetten.

zaterdag 5 december 2009

Kristien Hemmerechts: ''Ons' en 'hun' Nederlands'

Schrijfster Kristien Hemmerechts gaf op het congres van Onze Taal een lezing over schrijven in de standaardtaal en nieuwe normen voor het Nederlands. De teneur was: er is een fikse kloof tussen het Nederlands in Vlaanderen en in Nederland, en er treden daarom over en weer nogal wat misverstanden op. Het voelt voor haar alsof ‘ons’ Nederlands ‘hun’ Nederlands niet is en ze vindt ook dat haar Nederlandse corrector het ‘Belgisch Nederlands’ te fanatiek corrigeert. Aan het eind van haar betoog pleit zij vóór het behoud van correcte, Vlaamse uitdrukkingen (zoals ‘ze hebben het niet onder de markt’, wat ‘ze hebben het niet gemakkelijk’ betekent), maar tegen typisch Vlaamse fouten zoals ‘terug’ in plaats van ‘weer’, veel contaminaties en gallicismen (‘rond punt’ in plaats van ‘rotonde’).
Een van de reacties op de blog luidt: schrijf je voor Vlamingen, dan schrijf je Vlaams, schrijf je voor Nederlanders, dan schrijf je Nederlands. Dat kan soms handig zijn, bijvoorbeeld bij zakelijke, commerciële teksten. Maar is het volgens deze schrijver de bedoeling dat mevrouw Hemmerechts haar boeken in twee versies uitgeeft, één voor de Vlaamse markt en één voor de Nederlandse? Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Er zal dan een tussenweg gezocht moeten worden. Het zou mijns inziens een goed idee zijn als zij dan een Nederlandse corrector in de arm neemt die een grondige kennis van het Vlaams heeft. En die niet, zoals zij zegt, het zinnetje 'Van wandelen kwam er die keer niets in huis' verbetert tot: 'Van wandelen in huis kwam er die keer niets'. Die corrector moet ook een goed evenwicht zien te bewaren tussen de eigenheid en rijkdom van het Vlaams enerzijds, en begrijpelijkheid voor de Nederlander anderzijds. Was ik de corrector geweest, dan was de uitdrukking ‘ze hebben het niet onder de markt’ misschien toch wel gesneuveld. Die uitdrukking was mij tot voor de lezing niet bekend, terwijl ik toch al dik anderhalf decennium met Vlamingen omga. Maar goed, is het door de context meteen duidelijk wat de uitdrukking betekent, dan kan deze wellicht blijven staan. Wel corrigeren dus, maar met beleid!
Zoals ik al eerder in mijn blogs schreef, weten Nederlanders over het algemeen niet veel van Vlaams. Je kunt het ze dan ook niet kwalijk nemen dat ze, volgens een van de lezers van de blog, 'kijken als een koe die een trein voorbij ziet rijden' als ze Vlaams horen. Een Vlaamse uit de grensstreek zegt dat zij tegen haar Nederlandse beenhouwer al jarenlang om potpaté (crèmepaté) vraagt, en dat hij haar al evenzoveel jaren weigert te begrijpen. Ze noemt dit star. Is ze zelf niet even star, door in Nederland niet gewoon om crèmepaté te vragen?
Maar dat Vlamingen per definitie alle standaard Nederlands begrijpen, omdat ze met Nederlands op school en op de televisie opgegroeid zijn, is ook weer niet zo. In mijn blog Slager, heeft u kippenbillen? schreef ik hoe een Nederlandse vriendin bij de Vlaamse slager jarenlang halsstarrig om een tartaartje vroeg en ook niet begrepen werd. Precies hetzelfde verhaal dus als hierboven. En al meer dan vijftien jaar moet ik elk jaar rond Sinterklaas aan Vlamingen opnieuw uitleggen wat pepernoten zijn.
Kortom, van beide kanten zal er wat toegeeflijkheid moeten zijn, én kennis, én goede wil om elkaar te begrijpen. Ik vind dan ook, net als Kristien Hemmerechts, dat Onze Taal-congressen afwisselend in Vlaanderen en in Nederland gehouden zouden moeten worden. En dat er in het blad Onze Taal meer aandacht voor Vlaams zou moeten komen.