zondag 4 oktober 2009

Dierendag (2)

Op deze dierendag schudde ik mijn notitieboekje nog eens uit. De volgende beesten kwamen eruit vallen:

Vlaamse woorden
- Aprilvis: 1 aprilgrap
- Andere katten te geselen hebben: wel iets anders aan zijn hoofd hebben
- Zijn kat sturen: niet komen opdagen
- Geen kat: geen hond of geen kip
- Kieken: kip of sufferd
- Kippenbillen: kippenpoten (zie ook mijn blog “Slager, heeft u kippenbillen?”)
- Muizenstrontjes: hagelslag
- Paardenmolen: draaimolen
- Vogelnestje: gehaktbal met een hardgekookt ei erin en paneermeel errond, vaak geserveerd met tomatensaus
- Vogel zonder kop: blinde vink
- In vogelvlucht: hemelsbreed; in Nederland wordt met ‘in vogelvlucht’ iets anders bedoeld, namelijk ‘in vogelperspectief’ (“De tuin wordt in vogelvlucht getekend”) of gebruikt in uitdrukkingen als ‘iets in vogelvlucht beschouwen’ (‘er een kort overzicht van geven’) 
- Waterkonijn: muskusrat

Zie ook: Dierendag (1)
Zie ook: Hondsdagen (1) en Hondsdagen (2)

Geen opmerkingen: