woensdag 4 november 2009

Mooie woorden: biggelen


Collocaties, en dan met name verbale collocaties, vormden mijn favoriete studieonderwerp tijdens mijn vertaalopleiding. (Ik heb wel meer afwijkingen.) Collocaties zijn ‘combinaties van woorden die vaak samen voorkomen en die een bepaalde semantische cohesie hebben’. Je ontkomt er niet aan bij het juist vertalen van teksten, en natuurlijk sowieso niet als je een andere taal goed wilt leren spreken en schrijven. 

Collocaties in het Nederlands zijn bijvoorbeeld:     
- Toffe peer (aardige peer bestaat ook, maar komt minder vaak voor)
- De harde feiten
- Uien snipperen (uien fijnsnijden bestaat, maar komt minder vaak voor)
- Tafel dekken          
- Vlek verwijderen
- Druk uitoefenen
- Een moord plegen

Wat ik me nu afvroeg: zou een werkwoord dat alleen maar in combinatie met één bepaald zelfstandig naamwoord voorkomt, ook een collocatie heten? Vast wel.

Biggelen is een heel mooi woord, omdat het zo zielig is. Tranen die biggelen zijn natuurlijk altijd een triest gezicht, maar het woord zelf is ook zo eenzaam. Het wordt alleen gebruikt in combinatie met tranen. Nooit zullen er eens sterren, balletjes, veertjes of diamanten biggelen.
(Jaja, Van Dale rept over (gewestelijk) ‘met kiezelsteentjes bestrooien’, maar daar heb ik nog nooit van gehoord.)

Geen opmerkingen: